ARTONOV at the Villa Carpentier
*𝘌𝘯𝘨𝘭𝘪𝘴𝘩 𝘣𝘦𝘭𝘰𝘸*
LES SOLISTES DU CONCERT DE LA LOGE
Julien Chauvin | eerste viool
Karine Crocquenoy | tweede viool
Pierre-Éric Nimylowycz | alt-viool
Grégoire Korniluk | cello
Vincenzo Casale | klarinet in A (van Georg Ottensteiner, München 1860)
Les Solistes du Concert de la Loge met Julien Chauvin en de klarinettist Vincenzo Casale nemen u mee op een reis door de Villa Carpentier in Ronse, een zomerresidentie gebouwd door Victor Horta. Verwijzingen naar muzikale gebaren, zij het naar ritme of naar ornamentiek, zijn verweven in de architectuur. In dit programma wilden we het contrast tussen schaduw en licht in de muziek van Joseph Haydn en het prachtige kwintet voor klarinet en strijkers van Johannes Brahms, combineren met de architectuur van Victor Horta, eveneens verankerd in zijn tijd en diep geïnspireerd door de oude meesters.
"Muziek, zo immaterieel als zij is, kan haar dichtheid en ruimtelijkheid opleggen. Van alle kunsten is het de kunst die het dichtst bij de architectuur komt", aldus Renzo Piano.
Het werk van Victor Horta illustreert deze prachtige uitspraak van Renzo Piano. Zijn architectuur legt permanent verbanden met muzikale gebaren, zowel in ritme als in ornamentiek. Oorspronkelijk wilde de jonge Horta, die viool studeerde, musicus worden, maar hij werd ontslagen van het Brusselse Conservatorium wegens ... gebrek aan discipline. Hij koos daarom voor architectuur.
Klarinettist Vincenzo Casale zal voor deze opname gebruik maken van een origineel Duits instrument van de maker Georg Ottensteiner uit 1870. Dit instrument is van hetzelfde model als de klarinettist Richard Mühlfeld gebruikte.
Brahms hoorde Richard Mühlfeld in maart 1891 in Meiningen, toen deze onder de nieuwe dirigent van het orkest, Fritz Steinbach, het f-klein concerto van Weber uitvoerde. Hoewel hij een lange band had met het hof van Meiningen en Mühlfeld eerder gehoord moet hebben, schreef Brahms aan Clara Schumann dat "niemand de klarinet mooier kan bespelen dan Herr Mühlfeld". Mühlfelds spel en persoonlijkheid hadden de componist duidelijk gegrepen, en een paar maanden later werden zowel het Trio, op. 114 voor klarinet, violoncello en piano, als het Kwintet, op. 115 voor klarinet en strijkers voltooid in Bad Ischl, Brahms' zomerverblijf. De componist schijnt bijzonder getroffen te zijn geweest door de gevoelige, vrouwelijke kant van Mühlfelds spel; hij noemde hem "meine Primadonna", "Fräulein Klarinette" en de "nachtegaal van het orkest".
***
LES SOLISTES DU CONCERT DE LA LOGE
Julien Chauvin | first violin
Karine Crocquenoy | second violin
Pierre-Éric Nimylowycz | alto
Grégoire Korniluk | cello
&
Vincenzo Casale | clarinet in A (by Georg Ottensteiner, Munich 1860)
'Les Solistes du Concert de la Loge' with Julien Chauvin and the clarinettist Vincenzo Casale will take you on a journey through the Villa Carpentier in Ronse, a summer residence built by Victor Horta. References to musical gestures, be it to rhythm or to ornamentation, are woven in the architecture. In this program, we wanted to combine the contrast between shadow and light in the music of Joseph Haydn and the beautiful quintet for clarinet and strings by Johannes Brahms, with Victor Horta’s architecture, also anchored in his time and deeply inspired by the old masters.
"Music, as immaterial as it is, can impose its density and its spatiality. Of all the arts, it is the one that comes closest to architecture," said Renzo Piano.
Victor Horta's work illustrates this wonderful phrase from Renzo Piano. Its architecture permanently forges links with musical gestures, both in rhythm and in ornamentation. Originally, the young Horta, who studied the violin, wanted to become a musician, but he was fired from the Brussels Conservatory for ... lack of discipline. He therefore opted for architecture.
Clarinettist Vincenzo Casale will use in this recording an original German instrument by the maker Georg Ottensteiner from 1870. This instrument is the same model as the one clarinettist Richard Mühlfeld used.
Brahms heard Richard Mühlfeld in Meiningen in March of 1891 when the latter performed the Weber f minor concerto under the orchestra’s new conductor, Fritz Steinbach. Although he had a long association with the Meiningen Court and must have heard Mühfeld previously, Brahms wrote to Clara Schumann that “nobody can play the clarinet more beautifully than Herr Mühlfeld.” Mühlfeld’s playing and personality had clearly captivated the composer, and a few months later both the Trio, op. 114 for clarinet, violoncello and piano, and the Quintet, op. 115 for clarinet and strings were completed at Bad Ischl, Brahms’ summer retreat. The composer appears to have been particularly affected by the sensitive, feminine side of Mühlfeld’s playing, referring to him as “meine Primadonna”, “Fräulein Klarinette” and the “nightingale of the orchestra”.
𝗣𝗥𝗢𝗚𝗥𝗔𝗠
Joseph Haydn: String quartet in G major, op. 76 n°1
Johannes Brahms: Quintet for clarinet and strings in b minor, op. 115
𝘛𝘩𝘪𝘴 𝘱𝘳𝘰𝘫𝘦𝘤𝘵 𝘪𝘴 𝘳𝘦𝘢𝘭𝘪𝘻𝘦𝘥 𝘸𝘪𝘵𝘩 𝘵𝘩𝘦 𝘴𝘶𝘱𝘱𝘰𝘳𝘵 𝘰𝘧 𝘵𝘩𝘦 𝘍𝘭𝘦𝘮𝘪𝘴𝘩 𝘎𝘰𝘷𝘦𝘳𝘯𝘮𝘦𝘯𝘵, 𝘵𝘩𝘢𝘯𝘬𝘴 𝘵𝘰 𝘵𝘩𝘦 𝘊𝘶𝘭𝘵𝘶𝘳𝘢𝘭 𝘈𝘤𝘵𝘪𝘷𝘪𝘵𝘺 𝘎𝘳𝘢𝘯𝘵. 𝘞𝘪𝘵𝘩 𝘵𝘩𝘢𝘯𝘬𝘴 𝘵𝘰 𝘖𝘭𝘨𝘢 𝘢𝘯𝘥 𝘔𝘪𝘤𝘩𝘦𝘭 𝘎𝘪𝘭𝘣𝘦𝘳𝘵 𝘸𝘩𝘰 𝘰𝘱𝘦𝘯 𝘵𝘩𝘦 𝘥𝘰𝘰𝘳𝘴 𝘰𝘧 𝘵𝘩𝘦 𝘝𝘪𝘭𝘭𝘢 𝘊𝘢𝘳𝘱𝘦𝘯𝘵𝘪𝘦𝘳 𝘧𝘰𝘳 𝘵𝘩𝘦 𝘰𝘤𝘤𝘢𝘴𝘪𝘰𝘯.